De job van bewakingsagent is multi-functioneel. Het is een combinatie van discipline, professionele kennis, flexibiliteit, dienstvaardigheid, en vooral een betrouwbare samenwerking met de collega’s. Vandaag willen we dan ook onze “trouwste” collega’s eventjes in de kijker plaatsen, onze honden.
Voor Marc Mertens, Chief Inspector en Chief K9 Team, is het duidelijk, alleen passie voor honden kan een perfecte samenwerking tot stand brengen.
Sinds 1997 heeft Marc Mertens zich professioneel gespecialiseerd in de bewaking door de combinatie van mens en hond. Vandaag kent SERIS een belangrijke afdeling waar honden een cruciale én noodzakelijke rol spelen bij de bewakingsopdracht, denk maar aan opdrachten binnen “critical infrastructure” zoals bijvoorbeeld SHAPE en NATO.
“Een hond liegt nooit. Zijn of haar bijzonder scherpe zintuigen, het instinct op het attent maken van abnormale situaties en de belangrijke leergierigheid van de hond maakt dat hij onze trouwste collega is.”, aldus Marc Mertens.
Maar zoals de bewakingsagent, moet ook de hond een gans opleidingsparcours doorlopen. Dat is kwasie een levenslange opdracht. Tussen de acht en tien weken start socialisatie en doorgedreven gewenning”. Het doel hiervan is dat de hond neutraal reageert op mens en dier. En na ongeveer zes maanden volgt dan de technische specialisatievorming.De opleiding is uiteraard verschillend voor patrouille honden dan voor honden die explosieven opsporen. Nieuw is dat in de nieuwe wetgeving honden ook mogen gebruikt worden voor het opsporen van drugs. Vanaf twaalf tot vijftien maanden is de hond dan operationeel.
Passie is de sleutel!
“En net deze levenslange opleiding vraagt passie om met een dier te werken.”, gaat Mertens verder. “Een begeleider is als het ware constant met zijn partner bezig. Het is een way of living. Ofwel werkt de hond, ofwel rust hij, ofwel traint hij. Deze uitdaging maakt dat je de uren die je samen doorbrengt niet telt, maar dat een constante drang om het professioneel resultaat van samenwerking steeds te verbeteren aanwezig is”.
Daarom is het belangrijk dat het einde van de loopbaan van de hond ook zorgvuldig wordt voorbereid. Het is noodzakelijk dat het takenpakket van de hond op het einde systematisch wordt afgebouwd en overgenomen wordt daar de volgende hond. Enerzijds is dit belangrijk voor de continuïteit van de bewakingsopdrachten. En anderzijds is dit belangrijk voor de hond om niet meteen in een “leegte” te vallen, waar zij of hij na zoveel jaren presteren plots niets meer te doen heeft en begint te treuren, met alle mogelijke gevolgen vandien. De hond heeft namelijk de natuurlijke eigenschap van de ‘will to please’, en dat stopt niet op pensioenleeftijd.
Het is algemeen geweten dat de honden binnen de bewaking een verhoogde veiligheidsperceptie creëren. Het imago van de hond werkt vaak ontradend voor personen met malafiede bedoelingen.
“En toch moet het de bedoeling zijn dat de hond geen onvoorwaardelijk afschrikkingsmiddel wordt. De taak moet correct en adequaat uitgevoerd worden, maar de hond mag geen angst oproepen. En dit is nu net de belangrijke opdracht van de begeleider!”, besluit Marc Mertens.